INLEIDING :

 

Beste leerling van klas 2,

Je begint aan een project. Een project heeft altijd als belangrijkste doel: leren zien dat alles met elkaar te maken heeft. Dat is bij het nieuwe Omgevingsproject niet anders. Voorbeeld: je zorgt voor het milieu, maar je doet dat, omdat je vindt dat een christen een opdracht heeft met deze aarde. Je doen en laten heeft wel gevolgen voor de natuur en je ontkomt er niet aan bepaalde technieken te gebruiken. Dat kan best iets kosten en de economie beïnvloeden.

Daarnaast wil een project naast bepaalde kennis ook vaardigheden leren. In dit project zijn dat: plannen, samenwerken, een website bouwen en presenteren.

Het eindproduct van deze week is een website, waarin je de resultaten van de door jouw groep gekozen opdrachten verwerkt in twee door jouw groep gemaakte routes. Eén routekaart die door de Krimpenerwaard gaat en een die door de Alblasserwaard gaat.   Tien opdrachten en de website presenteer je op vrijdag aan de groepen van jouw lokaal en een docent.

Wat houdt je weekprogramma voor het project in het kort in?

 

Maandag

  1. Je begint om 8.10 in de aula.
  2. Daarna ga je naar je lokaal om met je groep de website met opdrachten bekijken en leest alles onder het kopje HOME goed door. 
  3. Je kiest daarna als groep één opdracht per deelthema waarbij er minimaal 3 A en minimaal 2B opdrachten inzitten (totaal 6) . Totaal maak je dus 6 opdrachten + 4 verplichte opdrachten. Hierbij komt uiteraard nog de website bij.
  4. Als je je ergens voor moet inschrijven op ELO (bijv. landschapskenmerken), ga je dat nu doen.
  5. Jullie gaan daarna de groepsanalyse uit het vaardigheden/plan-boekje doen.
  1. Groepsplanning invullen
  2. Nu ga je aan een van de opdrachten beginnen, waarvoor jij een taak hebt. Spreek als groep af wat jij en wat de rest gaat doen en plan dat in in je vaardigheden/planboekje.
  3. Je zorgt ervoor dat je woensdag één van de opdrachten helemaal af hebt. Maandag wordt die opdracht al nagekeken door docenten en worden er ook punten voor gegeven. Zorg er dus voor dat het goed voor elkaar is. Doe je winst met de feedback die je krijgt. Daar kan je wat mee bij de andere opdrachten.

DINSDAG

  1. De dag wordt geopend door een docent.
  2. Jullie maken de groepsevaluatie van de vorige dag en groepsplanning voor deze dag.
  3. Er zijn leerlingen die voor hun opdracht naar buiten moeten (Landschapskenmerken). Zorg dat je er op tijd bent! Als je voor een andere opdracht naar buiten moet, kan dat als je dit in je planning hebt opgenomen. Moet je voor het project met de pont mee? Let dan wel de ponttijden en op je pontkaartenregistratie.

WOENSDAG

  1. De dag wordt geopend door een docent.
  2. Jullie maken de groepsevaluatie van de vorige dag en groepsplanning voor deze dag.
  3. Er zijn leerlingen die voor hun opdracht naar buiten moeten (Landschapskenmerken). Zorg dat je er op tijd bent! Als je voor een andere opdracht naar buiten moet, kan dat als je dit in je planning hebt opgenomen. Moet je voor het project met de pont mee? Let dan wel de ponttijden en op je pontkaartenregistratie.

DONDERDAG

  1. De dag wordt geopend door een docent.
  2. Jullie maken de groepsevaluatie van de vorige dag en groepsplanning voor deze dag.
  3. Deze dag is een dag om allerlei opdrachten uit te werken

VRIJDAG

  1. De dag wordt geopend door een docent.
  2. Jullie maken de groepsevaluatie van de vorige dag en groepsplanning voor deze dag.
  3. Je voert de laatste opdrachten uit. Als alle opdrachten klaar zijn, laat je dit beoordelen door de docent die in het lokaal aanwezig is. Ben je helemaal klaar dan wordt de werkplek opgeruimd en ga je met de vaardighedenboekjes naar het afmeldteam.
  4. Afhankelijk van hoe ver jullie zijn, zal besloten worden of de presentatie van de website kan plaatsvinden. Hoe je wordt beoordeeld: zie je vaardighedenboekje achterin.
  5. Tijdens de middag zullen de docenten al beginnen met de beoordelingen van allerlei onderdelen van het project.